Al bij de eerste hap proeven we het. De eigen aardappels zijn op en op tafel staan aardappels uit de winkel. Waardoor tuinaardappels zoveel lekkerder zijn, weet ik eigenlijk niet. Maar er is duidelijk verschil. Een verse aardappel, direct uit de tuin, een uurtje in de oven, met wat zeezout en een klodder mayo… Meer hoef ik niet te zeggen!
Aardappels planten
Maak in maart de grond goed los en laat de pootaardappels binnen op een lichte plek uitlopen. Plant de ze begin april, als het niet meer vriest, in de tuin. Maak voor het planten een lange geul van ongeveer 10 à 15 cm diep. Leg de pootaardappels met een onderlinge afstand van ongeveer 25 cm in die geul en dek ze af met aarde. Schuif, als de planten opkomen, regelmatig aarde tegen de plant. Dat heet aanaarden.
De aardappels groeien niet alleen in de diepte, maar ook in de breedte in de grond. Door er aarde tegenaan te schuiven, vergroot je de opbrengst en voorkom je dat aardappels omhoog groeien en groen worden. In augustus graaf je ze met behulp van een spitvork op.
Aardappels kun je ook op het terras kweken. Eén pootaardappel per emmer levert toch weer zo’n 10 à 12 verse aardappels op.
Waar je op moet letten
Aardappels krijgen snel last van aardappelziekte (fytoftora). Voordat je kunt oogsten, zijn de aardappels in de grond al rot geworden. Vooral tijdens natte zomers heb je er last van. Door wisselteelt toe te passen, kun je de ziekte voorkomen. Het is niet goed om ze elk jaar op dezelfde plek te verbouwen. Verder is het slim om een fytoftora-resistent ras te kiezen. En mijn laatste tip is kiezen voor een heel vroeg ras, zoals Frieslanders. Je hebt dan al geoogst voordat de aardappelziekte zich over het complex verspreidt. Om de ziekte te voorkomen, kun je de plantenresten van de aardappel beter afvoeren en niet op de composthoop gooien, omdat je de ziekte anders makkelijk het jaar erop via de compost door je eigen tuin verspreidt.
Toffe aardappels
- Belle de Fontenay, een oud Frans ras. Middenvroeg, geel en langwerpige van vorm. Vastkokend en lekker in een salade.
- Frieslander, een vroeg ras. Geel van kleur en vastkokend. Wel gevoelig voor phythophtora maar omdat je ze vroeg kunt oogsten, heb je er meestal geen last van.
- Miss Blush, een middenvroeg tot laag ras. De schil heeft twee kleuren. Vastkokend en perfect voor een salade.
- Ratte d’Ardeche, een laat ras. Vastkokend en langwerpig van vorm met een nootachtige smaak. Lekker voor een salade.
- Vitelotte Noir, een middenvroeg ras met een donkere schil en paars vruchtvlees.
Leuk weetje
Waar aardappels staan, groeit bijna geen onkruid! En gebruik eens alleen de schil van de aardappel. Kook de aardappel in de schil, halveer de aardappel en schep de schil leeg. Sprenkel er olie over en strooi er lekkere kruiden over. Gril de schillen in de oven krokant.
Tips
- Plant aardappels steeds op een andere plek
- Kies een fytoftora-resistent en biologisch ras
- Gooi de plantenresten niet op de composthoop
- Eet de groene exemplaren niet op maar gooi ze weg