Bij mijn eerste studentenkamer hoorde een tuintje van 4 x 10 meter. Dat was echt supertof! We zaten in het gras en konden gewoon thuis picknicken! In die tuin begon mijn interesse in tuinieren. Maar een moestuin aanleggen, deed ik pas toen we verhuisden naar het huis waar ik nu woon. Bij ons huis hoort een kleine stadstuin. En hoe moest dat, vroeg ik me af. Ik rommel zo graag ik de tuin maar daar was in de nieuwe tuin geen ruimte voor. Het wroeten in de aarde heb ik echt nodig. Tuinieren is voor mij een soort meditatie, mijn hoofd wordt erdoor leeg. Vlak na de verhuizing besloot ik een volkstuin te huren. Inmiddels kan ik niet meer zonder die volkstuin. Als ik daar ben, vergeet ik even waar ik me thuis zo druk om maakte. En nog een voordeel, in de tuin en in het tuinhuisje hoeft niets perfect te zijn. Het is een plek waar ik echt kan ontspannen.
Ik stortte me vervolgens vol overgave op het moestuinieren. Ik had al wel wat ervaring met tuinieren maar groenten kweken, bleek toch een heel ander verhaal. Mijn volkstuin zag er vijftien jaar geleden uit als een weiland. 250 m2 vol met kweekgras, zuring en brandnetels. Ik had een stuk grond onkruidvrij gemaakt en daar had ik mijn zorgvuldig thuis gekweekte sperzieboonplantjes gezet. Toen ik daarna weer in mijn tuin kwam, waren alle plantjes verdwenen. Echt alles! Ik had geen rekening gehouden dat ik niet de enige was die graag in mijn tuin kwam. Ik bleek mijn tuin te delen met konijnen, kraaien, duiven, woelmuizen en uilen.
Om beter te weten wat en vooral wanneer ik iets moest doen, kocht ik een boek over moestuinieren. Eentje met duidelijke plaatjes hoe je groenten kunt verbouwen én beschermen. Bij het tuinieren hoort een hoop jargon maar de plaatjes in het boek lieten heel duidelijk zien wat aanaarden of poten betekent en hoe je dat kunt doen. Maar ondanks de informatie uit het boek bleek het nog steeds behoorlijk trial and error te zijn. Maar vanaf dat moment ging niet alles mis. Dat scheelde!
Ik kweek een mix van allerlei soorten groenten en kruiden. Ik heb koriander, peterselie en rucola. Weinig spannends. Net als de sperzieboontjes en courgettes. Maar de rest is toch net even anders. Bijvoorbeeld roze tuinboontjes of grijsgroene Italiaanse pompoenen. Veel groenten hebben kleuren van de regenboog, zoals snijbiet, radijsjes en bieten. En dan heb ik nog roze bosuitjes, gele frambozen en de lekkerste pruimen (Reine Claude) van de wereld. Ook zaai ik elk jaar eetbare bloemen zoals Oost-Indische kers en komkommerkruid.
De herfst in mijn lievelingsseizoen. Om de geuren, kleuren en smaken. De grote oogst en het verval. De herfst is een tikje dramatisch en daar houd ik van. Het ziet er buiten zo prachtig uit. Ik word dan erg blij van de pompoenen. Ze zijn lang te bewaren en ik maak er allerlei verschillende gerechten van maken. Van taart en wafels tot hummus en lasagne. Heerlijk! En de smaak verveelt nooit.
Ik starte mijn blog in 2009 om mijn vorderingen in de tuin vast te leggen. In het begin was het zwaar en keek ik naar oude foto’s om te zien dat mijn inspanningen toch resultaat opleverden. Soms zag ik het niet meer zitten. Ik keek dan thuis op mijn blog en zag dat het allemaal wel weer mee viel. Het jaar ervoor was het nog erger. Na een jaar of vijf had ik het onkruid een beetje onder controle en ik vond het niet meer zo leuk om te herhalen wat ik gezaaid had. Langzaam begon ik meer recepten te posten waar ik de oogst uit de tuin in verwerkte. Ik vond het fotograferen van gerechten erg tof om te doen maar in het begin ook erg moeilijk. Ik wist niet goed hoe ik het eten smakelijk kon fotograferen. Ik heb een opleiding fotografie gedaan en ik vond dat ik het wel beter moest kunnen. Ik heb mezelf toen flink op mijn kop gegeven! En ik ben gaan oefenen met het licht en het eten. De groenten uit de tuin zijn prachtige stillevens. Vaak met nog wat klei aan de wortels en hier en daar minder gave plekjes. Ruiger dan de groenten uit de winkel en heel fotogeniek.
Heb je een vraag of opmerking? Stuur een mailtje naar info [at] etenuitdevolkstuin.nl.