Raapstelen zijn een van de eerste lentegroenten die ik kan oogsten. De smaak is pittig en mosterdachtig, niet te vergelijken met een andere groente. Je kunt ze wokken, stomen, koken of rauw gebruiken. Lekker met noedels of pasta. Gestoomd bij zalm, rauw door de salade, in de stamppot of in een smoothie. Ik heb raapstelen altijd een echte volkstuingroente gevonden. Als ik vraag hoe mijn tuinburen het eten, is het antwoord steevast: ‘Door de stamppot!’ Raapstelen kun je vanaf maart bij de groenteboer kopen en de laatste jaren zie ik ze ook in het koelvak van de grotere supermarkten liggen. Steeds vaker spot ik ze in recepten van hippe kooktijdschriften!
Raapstelen zaaien
In februari kun je raapstelen in een koude bak of in een folietunneltje zaaien. De bescherming van een bak of tunnel zorgt voor een hogere temperatuur zodat de zaden kunnen kiemen. En omdat ze zo snel groeien, kun je eind maart al oogsten. Ik zaai ze in maart direct in de volle grond, zonder bescherming. Dat vind ik makkelijk. In een koude bak of tunneltje moet ik er namelijk steeds aan denken dat ik het zaaigoed wat water geef. Oogst de bladeren als die ongeveer 10 à 20 centimeter groot zijn.
Je kunt ze ook in een grote pot of teil zaaien. Handig voor op het terras of balkon. Hoog hoeft die pot niet te zijn, je hebt vooral oppervlakte nodig. Zorg wel voor een goede afwatering door wat potscherven op de bodem te leggen. Houd de grond in het begin goed vochtig zodat de zaden kunnen kiemen.
Waar je op moet letten
Raapstelen houden van losse en voedingsrijke grond. Maak de grond vooraf los met een woeler en werk wat compost door de grond. Het zaaien kan eigenlijk niet mislukken.
Leuk weetje
Vergeet je op tijd te oogsten? Wacht dan gewoon tot het meiraapjes worden!
Tips
- Vanaf maart tot en met augustus kun je direct in de volle grond zaaien
- Last van gaatjes in het blad door aardvlooien? Geef dan regelmatig water, want daar houden aardvlooien niet van